Wanneer je een reis naar Vietnam aan het plannen bent, zul je ongetwijfeld foto’s van de rijstvelden van Sa Pa (of Sapa) zien. Sapa is een belangrijk toeristenoord in het noordwesten van Vietnam. Ook in het land zelf zie je bij alle reisbureau’s tours en busritten naar deze plek. Vier redenen waarom je prima vier dagen in de omgeving van Sapa kunt verblijven.

1. De rijstvelden

Je kunt op twee manieren naar Sapa reizen: met de trein naar de stad Lao Cai en dan een bus/taxi pakken of direct met de bus naar Sapa. Vanaf Hanoi is het zo’n 8 uur met de trein en 6 uur met de bus. Wij hebben de eerste drie dagen in Sapa met een georganiseerde tour gereisd en maakten gebruik van een slaapbus. Bedenk echter goed dat de slaapstoelen niet echt geschikt zijn voor lange Hollandse benen. Het laatste half uur begint de bus aan een klim door de bergen. Sapa ligt namelijk op 1600 meter hoogte. Deze rit geeft al een eerste indruk van de vele rijstterrassen in het gebied. Wij waren er in september, de herfstperiode waarin veel velden geoogst worden. Enkele dagen voor onze aankomst regende het nog veel, waardoor de oogst een paar dagen werd uitgesteld. Met beter en zonniger weer verdwenen de gele velden echter in rap tempo en werden de oranje rijstzakken door sterke mannen en vrouwen naar de dorpen gebracht. Voor groene velden kun je daarom beter in de zomer gaan, maar ook nu was het erg mooi!

2. Bezoek dorpen van etnische minderheden

In de bergen rondom Sapa wonen veel verschillende bergstammen. Enkele bekenden zijn de Flower H’mong (te herkennen aan felle en gekleurde kleding, zoals bloemen), Black H’mong (zwarte en donkerblauwe kleding) en de Red Dzao (rode hoofdsjaals). Je kunt zelf door het gebied wandelen, maar dit ook met behulp van een gids doen. Wij hebben in Hanoi een tour geboekt, maar veel hotels in Sapa bieden het ook aan. De kans is ook groot dat je op straat wordt aangesproken door lokale mensen of je een tocht met hen wilt doen. Voordelen van een georganiseerde tour zijn dat je net iets meer informatie krijgt over alles wat je om je heen ziet en dat je vaak met een bus wordt afgezet en opgehaald van een handig punt. De dorpen liggen in het dal en de weg ernaartoe is daardoor erg stijl. Voordelen van zelf wandelen zijn dat je meer vrijheid hebt om zelf je route te bepalen en dat het goedkoper is.

Standaardroutes die veel bureaus aanbieden zijn: 1) korte wandeling door het dorpje Cat Cat (2,5 km), en 2) van dorp Y Linh Ho naar Lao Chai en Ta Van (9 km). Daarnaast zijn er meer dorpen in de omgeving, maar die liggen iets verder van Sapa vandaan. Wij hebben alleen bovenstaande routes gelopen met een gids, beide keren een vrouw van de Black H’mong stam. Van het dorp Cat Cat moet je je niet te veel voorstellen. Het is vooral één lange straat vol souvenirwinkels. Tussen de winkeltjes door staan nog originele huizen die je kunt bezoeken. Zo nam onze gids ons mee naar een huis waar ze liet zien hoe de stam met hennepplanten de kleding donkerblauw verft. Verbaas je ook niet over al het eten dat overal op straat rondloopt: varkens, kippen en ja, ook honden. De wandeling gaat verder langs een grote waterval, waar je ook een kort muziekoptreden kunt bezoeken.

Tijdens de langere wandeling krijg je meer mee van het ‘echte’ leven van de bergstammen. Soms heb je niet door in welk dorp je nu bent, omdat het niet veel meer is dan een straat met een paar huizen. De overige huizen liggen hogerop de bergen. Wij liepen een route waarbij we veel van de natuur en de mooie omgeving zagen. Onderweg leer je meer over het dagelijks leven van de mensen. Zo zagen we een vrouw in de felle zon werken in het rijstveld met haar één maand oude baby onder een paraplu op de grond, stopte de gids bij een huis waar met trommels en gehuil duidelijk werd dat er die ochtend een oudere man was overleden en moet je de scooters en waterbuffels behendig ontwijken. Wanneer je een tocht als dit gaat doet, zorg dat je goede wandelschoenen en wat eten en drinken meeneemt. Sommige paden kunnen erg glibberig zijn. De kans is ook groot dat er dames van stammen met je meelopen om je te helpen en je halverwege de tocht tassen en andere souvenirs aanbieden. Wij waren van begin af aan duidelijk dat we de hulp op prijs stelden, maar prima zelf konden lopen en dat we ook niet op zelfgeborduurde portemonnees zaten te wachten. Na een paar tevergeefse pogingen bleven de dames achter in een van de dorpen. Desalniettemin was de tocht een bijzondere manier om het landschap en de cultuur van de inwoners van dichtbij mee te maken.

3. De bergen: Naar de top van de Fansipan

Sapa staat niet alleen bekend om de rijstvelden en etnische minderheden, ook de bergen zijn het bezoeken waard. Sinds 2016 is er een kabelbaan gebouwd waarmee je in 15 minuten naar de top van de hoogste berg van ‘Indochina’ (Laos, Cambodia en Vietnam), de Fansipan, kunt komen. Deze kabelbaan is de langste kabelbaan ter wereld waarmee je zo’n 1400 meter de lucht in gaat! Bovenin wordt dan ook geadviseerd om rustig te wandelen en rekening te houden met het verminderde zuurstofgehalte. Vanaf Sapa is het 2 kilometer naar de kabelbaan, die je kunt bereiken door te wandelen, een taxi te nemen of sinds 2018 een extra trein te nemen. Een retour met dit treintje kost 50.000 dong (2 euro) en een retour kabelbaan 700.000 dong (28 euro). Het laatste stuk naar de top kun je wandelen of ook met een extra kabelbaan doen (nog 3 euro). Dit gedeelte kun je in een half uur echter prima lopen en geeft je nog een soort van gevoel dat je er iets voor gedaan hebt. Daarnaast loop je langs verschillende tempels en beelden die ook leuk zijn om te bekijken.

Helaas hadden wij tijdens ons bezoek wolken rondom de top hangen, waardoor we bovenin niks van het uitzicht konden zien. Het was aardig fris en regende zelfs een beetje, dus vergeet niet om warme kleding en een poncho mee te nemen! Tijdens de rit met de kabelbaan konden we gelukkig wel veel van de omgeving zien, dus we hebben geen spijt dat we dit gedaan hebben.

4. De Bac Ha markt

Wanneer je op zondag in de omgeving van Sapa bent, kun je de Bac Ha markt bezoeken. Bac Ha is een dorp op zo’n 3 uur rijden van Sapa, waar uit diverse streken bergstammen samenkomen om verschillende producten te (ver)kopen. Zo is er een gedeelte voor groenten en fruit, vlees, levende dieren en een waterbuffelmarkt. Een grote, sterke waterbuffel kost zo’n 1600 euro! De markt is open van ’s ochtends vroeg tot een uur of 1 in de middag. Onze gids vertelde dat sommige mensen om vijf uur ’s nachts beginnen met de wandeltocht naar het dorp. Op de markt zelf kijk je je ogen uit. Overal zie je mannen en vooral vrouwen in kleurrijke kleding met elkaar onderhandelen. Er zijn een paar restaurantjes die meer op toeristen gericht zijn, waar je kunt lunchen als het eten op de markt je íets te avontuurlijk lijkt. Helaas schijnt de markt in het hoogseizoen wel erg overspoeld te worden met toeristen. In september, het laagseizoen, viel dat erg mee en liep er slechts een handvol toeristen rond. De markt is zeker bijzonder en zoiets zul je op deze manier niet snel zien op andere plaatsen. Bedenk echter goed dat je in totaal zo’n zes uur onderweg bent op een dag. Er schijnen ook andere zondagmarkten in de buurt te zijn, maar hier zijn wij niet geweest. Mocht je weinig tijd hebben of niet op zondag in de buurt zijn, zou ik het overslaan. Anders is het een leuke dagbesteding en is de busrit door het berggebied ook zeker de moeite waard!

Dingen die je niet van Sapa moet verwachten

Verwacht geen rustig en verlaten bergdorp. Verwacht ook niet dat sommige inwoners geen gebruik maken van het feit dat je hoogstwaarschijnlijk meer geld hebt dan zij. Het dorp, bijna stad, Sapa staat vol hotels en restaurants met knipperende neonlichten en er zullen je regelmatig mooie tassen aangeboden worden. De verwachting is dat er in 2020 zo’n 3 miljoen toeristen naar het gebied komen, zeker nu je ook de top van de Fansipan op je gemak kunt bezoeken. September 2018 viel het nog mee qua toeristen en waren het met name Chinese, Zuid-Koreaanse en Vietnamese toeristen die er rondliepen. Toch waren ook nu bepaalde plekken al behoorlijk druk. Ook het weekend is vaak drukker, omdat dan de Vietnamezen uit warmere steden de koelte opzoeken. Wanneer je de mensenmassa wilt vermijden, zul je vooral heel vroeg dingen moeten doen of verder buiten het gebied moeten trekken. Je schijnt mooie scootertochten in de omgeving te kunnen maken, maar hier hebben wij zelf geen ervaring mee.

Toch is het een bijzonder en gaaf gebied om naartoe te gaan en om deze noordelijke en koelere kant van Vietnam te ontdekken.