Vietnam Vrijdag #11: Van tourbus naar tuktuk

Xin chao! Of nee, het is nu… Ik weet het eigenlijk niet. Dit is een van de dingen die ik nog moet leren in het nieuwe land van deze reis: Cambodia! Er zitten ondertussen briefjes Cambodiaanse Riel in mijn portemonnee, maar omrekenen is nog lastig. Deze allerlaatste Vietnam Vrijdag sluit ik in stijl af met het weekoverzicht van dag 65 tot 71! Waarschuwing vooraf: het is weer een volle week geweest, dus bereid je voor op een lange blogpost! Zet lekker thee of koffie met een stroopwafel, kruidnootjes, speculaas, mergpijp, gevulde koek… Misschien dat ik de Nederlandse koekjes begin te missen?

Zaterdag 10 november

Met een gek gevoel liep ik om zeven uur ’s ochtends met mijn rugzak weg uit The Bay. Ik had zin om weer nieuwe dingen te zien, maar vond het ook jammer om voor de laatste keer blij te lachen naar Soi de bewaker. Door de buschauffeur werd ik gelukkig ook vriendelijk aangesproken en tien minuten lang was ik de enige in de bus. In Phan Thiet stapten er een heleboel Vietnamezen in en was ik nu de enige westerling. Na een prima ritje van vier uur reden we door een naaldbos Dà Lat binnen. Ik zag mensen met winterjassen, dikke handschoenen en mutsen uitgestald in marktkraampjes. Ik snapte er niks van. Toen ik de bus uitstapte, werd ik aangesproken door een man. “Hello, how are you?” “Jaaa gaat prima, maar ik heb alles al uitgezocht en hoef geen taxi of verkooppraatjes, doei hoor”. Oké dat zei ik niet, maar met mijn korte “Good.” gaf ik misschien dezelfde boodschap. Deze man, Mr. Hung, liet zich niet zomaar uit het veld slaan en probeerde het nog eens vriendelijk. Nu antwoordde ik iets uitgebreider en ik liet hem zijn verhaal doen. Hij was een chauffeur van Easy Riders en vroeg of ik een tour met hem zou willen doen. Als proefritje wilde hij me, gratis, naar mijn hostel rijden. Hij had zelfs een boekje mee met geschreven recensies, waaronder een bladzijde van een Nederlands stel dat in hoofdletters had geschreven “GEWOON DOEN!”. Nog steeds argwanend, maar met enig vertrouwen, liet ik hem mijn rugzak op zijn motor vastbinden. Na een leuk ritje op de motor heb ik ’s middags zijn gegevens nog eens opgezocht en het zag er allemaal wel goed uit. Met een mailtje liet ik weten dat ik de tour morgen wilde doen en binnen een minuut had ik al een reactie terug. De rest van de middag heb ik rondgelopen door de stad. Nu merkte ik dat het met 24 graden en berglucht toch wel fris was! De winterjassen zijn nog steeds overdreven, maar ’s avonds was ik blij met een lange broek en vest. In de middag heb ik ergens geluncht en koffie gedronken, het Crazy House bezocht en over de markt gelopen. Op het Crazy House na, was ik in de stad vaak de enige westerling die ik zag. Er waren wel veel Aziatische en ik gok Vietnamese toeristen, maar het viel erg mee met blanke, westerse toeristen. ’s Avonds at ik op aanraden van de hosteleigenaar bij een vegetarisch restaurant. Ik stond wat hulpeloos bij de vitrine en de dame schepte vervolgens vriendelijk allerlei hapjes op mijn bord. Sommige dingen waren wat koud, maar erg lekker! Terug in de slaapzaal viel ik tussen de Taiwanezen en andere Aziatische dames snel in slaap.

DSCN7848

Zondag 11 november

Na een oud en vertrouw ontbijt met bananenpannenkoek en slappe Vietnamese koffie stapte ik om half 9 bij Mr. Hung achterop de motor. Bijna alles dat we gedaan hebben is te lezen in de vorige blog: Boer zoekt Vrouw op het platteland van Dà Lat. We zijn ook nog bij een grote pagode en een klein minderhedendorp gestopt. Het was een super leuke dag en ik keek later toch anders naar sommige producten op de markt. Ook het motorrijden zelf beviel me goed. Na een tijdje kreeg ik alleen wat last van mijn rug. Je moet jezelf toch lange stukken rechtop zien te houden, terwijl we soms wat hobbels en kuilen ontweken. Het langste dat we gereden hebben is een uur en dat ging prima. Ook de lunch bij een pompstation tussen Vietnamese vrachtwagenchauffeurs was erg lekker. Ik had al laten vallen dat ik vegetarisch at en Mr. Hung verontschuldigde zich snel nadat hij enthousiast stukken kip, vissenhoofden en varkensvlees in de vitrine aanwees. Hij regelde met de kok dat ik een apart vegetarisch menu kreeg, heel lief! Van de laatste stop reden we in zo’n drie kwartier terug naar de stad en stopten we nog bij een mooi uitzichtpunt over de stad. Mr. Hung legde uit dat veel gebouwen die nu gebouwd worden hotels en vakantiehuizen voor inwoners uit Hanoi en HCM zijn. Terug in het hostel friste ik me op en schreef een deel van de BzV blog. Ook kletste ik met wat andere gasten en besloot om half zeven dat ik avondeten ging zoeken. Onderweg had ik nog een ander vegetarisch restaurant gezien. Het idee was hetzelfde als gisteren: een vitrine met allerlei gerechten, rijst en soep. Er zaten zelfs drie monniken te eten, dus dat zegt wel voldoende. Als toetje besloot ik op wel twintig keer aanraden van de hosteleigenaar het o zo bekende avocado ijs van Dà Lat te proberen. Daar zat ik dan, met mijn trui en sjaal, tussen de Instagrammende Zuid-Koreanen en Chinezen. Het was inderdaad lekker, al blijf ik meer fan van zoete fruitsmaken. Met verbrande bovenbenen en kuiten nam ik ’s avonds een douche en pakte mijn rugzak weer in om de volgende dag naar Ho Chi Minh-stad te reizen.

DSCN8089

Maandag 12 november

Na het ontbijt vroeg ik aan een medewerkster van het hostel of ik, tegen betaling, een broodje banh mi en een banaan mee mocht nemen als backup-lunch in de bus. Dat vond ik makkelijker dan nog op zoek naar een kraampje en ik wist dat ze beiden op de ontbijtkaart hadden staan. Misschien begreep ze mijn Engels niet of was ze echt zo aardig, maar na vijf minuten gaf ze me een plastic zak met daarin twee bananen en een broodje banh mi inclusief scrambled eggs! Toen had ik zeker een goed lunchpakketje mee. Om 8.15 nam ze me aan de hand mee naar een minibusje. Ik dacht dat dit de officiële bus was die ons in zeven uur naar Ho Chi Minh-stad zou rijden. Mijn overwinning van de voorste stoel, met alle ruimte voor mijn benen en rugzak, was snel voorbij toen we moesten overstappen bij het echte busstation. Het bleek alleen een shuttlebus te zijn waarmee iedereen uit de hotels in de stad werd opgehaald. Gelukkig had ik in de grote slaapbus ook een prima plek en pasten mijn benen zelfs languit in het vak! De volgende zeven uur stopten we soms voor een korte plaspauze of langere lunchpauze. Bij elke stop mag je trouwens slippers lenen, omdat je je schoenen uit moet doen in de bus. Tijdens de lunchpauze kocht ik een banh mi, al moest ik duidelijk wijzen dat ik écht alleen maar komkommer en wortelsalade als beleg wilde. Om 15.00 werden we gedropt bij een bushalte in HCM, maar dit was niet degene die mij verteld was. De chauffeur was niet erg vriendelijk en kon alleen maar zeggen “This Ho Chi Minh, take motorbike”. Na wat rondkijken zag ik dat veel mensen uit dezelfde bus nog stonden te wachten, dus ik wachtte het ook nog even af. Na vijf minuten kwam er een andere bus van hetzelfde bedrijf en die bracht ons in tien minuten naar het juiste adres. Vanaf daar was het nog eens tien minuten lopen naar het hostel waar ik precies vijf weken geleden ook sliep. De straten voelden bijna vertrouwd, maar ik wist ook direct weer dat een drukke stad toch anders is dan de hoofdweg van Mui Né. Na de lange dag in de bus was een rondje lopen wel prettig. Prettig is misschien niet het juiste woord, met het beginnen van de avondspits in de stad. Een koffietentje invluchten en daar verder bloggen was dat wel! In het donker liep ik hierna naar een ander bekend restaurant. Onderweg keek ik naar andere plekken, maar niets zag er erg leuk uit. Ik bestelde een bord noedels met groenten en tofu en dronk een laatste Saigon biertje in voormalig Saigon. HCM is een bijzondere stad, maar ik vond het nu niet heel erg om morgen weer in een nieuwe bus te stappen.

20181112_11341120181112_142451DSCN8098

Dinsdag 13 november

Die nieuwe bus bracht mij en zo’n dertig anderen in twee uur rijden naar het beginpunt van een driedaagse tour door de Mekong delta, met als eindpunt Phnom Penh in Cambodia. Het verzamelpunt was om 8.00 erg druk, maar werd snel rustiger toen grote groepen voor de Cu Chi tunnels en de ééndaagse Mekong delta tour werden opgehaald. In de bus stelde gids Yen zich voor. Een Vietnamese man met veel flauwe grappen die de groep de komende dagen in het gareel moest houden. Het bleek dat de mensen uit de groep allemaal verschillende tours hadden geboekt. Het merendeel deed de tweedaagse tour en zou morgen de bus terugnemen naar Ho Chi Minh-stad. Er waren ook mensen met een driedaagse tour en eindpunt Ho Chi Minh of het eiland Phu Quoc. Om het nog leuker te maken, had iedereen ook een verschillende klasse hotel. Het is hem allemaal gelukt. Onze eerste stop was op het eiland Ben Tre waar we honingthee en tropisch fruit kregen en naar een muziekoptreden keken. Het was grappig om te merken dat veel mensen die pas een aantal dagen in Vietnam waren heel veel dingen nog erg bijzonder vonden. Als ondertussen ervaren Vietnamkenner waardeerde ik het bordje ‘tropisch fruit’ zeker, maar was het niet heel spannend meer. Aan tafel ontmoette ik een Mexicaanse moeder en dochter die nu een week onderweg waren. De moeder had muziekconcerten gegeven in Singapore en ze waren nu net twee dagen in Vietnam. Na de fruitpauze werden we in kleine bootjes een stukje door de delta gevaren. Samen met de Mexicaanse dames en een andere Duitse, alleen reizende vrouw vaarden we in alle rust langs groene planten en ‘waterkokosnoten’. Helaas duurde het maar tien minuutjes en moesten we de boot alweer verlaten. We kwamen aan bij een huis waar kokosnootsnoep gemaakt werd. Na een korte presentatie en langere tijd om souvenirs te kopen, vervolgden we de tocht met een grote boot. We vaarden naar een restaurant waar we tussen de pomelobomen een lekkere lunch aten. Ik zat met drie Duitse dames van begin 30 aan tafel, maar met name de alleen reizende had bedacht dat het gesprek in het Duits gevoerd zou worden. De andere twee probeerden soms nog een Engelse vraag te stellen of het te vertalen, maar al gauw ging het weer over op Duits. Ik vond het wel prima en kon nog redelijk veel van de gesprekken volgen.

Na de lunch reden we een stuk naar de Vinh Tran pagode. Onderweg ernaartoe zag ik in een straat een bijzonder verkeersbord waar ik heel graag een foto van wilde hebben. In vijf minuten ben ik door de tempel heen gelopen om daarna een sprintje te trekken door het dorp naar het verkeersbord. Hier en daar werd ik wat raar aangekeken en ik geef de mensen geen ongelijk. Precies op tijd was ik weer terug bij de bus, mét de foto! We moesten opnieuw 2,5 uur rijden naar de volgende stad, Can Tho. Ik had me iets vergist in de grootte van de steden. Ik had schattige dorpjes met vooral veel groen verwacht, niet een grote stad vol flatgebouwen en neonlichten. Als je bedenkt dat het gebied zo’n 40.500 vierkante kilometer groot is, had ik het eigenlijk wel kunnen verwachten. Nederland is met 42.500 km2 nét iets groter. Halverwege de busrit stopten we bij een wegrestaurant en ik besloot weer een banh mi te kopen. Dit keer begreep de mevrouw het niet toen ik naar de komkommer wees en “No” zei bij de kip. Gids Yen schoot te hulp en vertaalde mijn verzoek. Hij vroeg aan me of ik er niet ook een ei bij wilde. Dat wilde ik wel, maar ik zag alleen verse eieren liggen en wist niet hoe dat werkte. Het bleek dat de eieren ter plekke gebakken worden en hij vroeg hoe ik het ei wilde. Ik antwoordde dat ik ze ‘scrambled’ wilde, waarmee ik de standaard geklutste eieren bedoelde. “Hmmm, no, they don’t have that. But you can cook yourself!”. Voordat ik het wist moest ik mijn eigen ei in de pan breken en kon ik het iets langer doorbakken dan hoe de Vietnamezen dat normaal doen. Lekker dat het was! Na het inchecken in weer een chique hotel moest ik in de donkere stad vol knipperlichten even zoeken naar een goede plek om te eten. Ik stond op het punt om de Pizzahut op te zoeken, toen ik langs een vegetarisch restaurant liep. Met weer een lekker bord noedels, groenten en tofu en blikje cola kon ik mijn buik prima vullen. De wekker ging de volgende dag om 5.45, dus hierna dook ik snel mijn bed in.

Woensdag 14 november

Om 6.00 at ik al een eerste broodje met ei en om 6.40 liepen we naar een haven, waar we een boot in stapten. Met deze boot gingen we naar de drijvende markt van Can Tho en mijn camera draaide overuren. Grote boten vol groenten en fruit verkochten hun handelswaar aan kleine bootjes die het weer meenamen naar hun eigen dorp. De grote boten hadden een stok met daaraan het product dat ze verkochten, als een soort reclamebord. Er waren ook genoeg kleine bootjes die zich met haken en al aan onze en andere toeristenboten vastmaakten om koffie, thee, bananen en ander fruit te verkopen. Ze deden nog goede zaken ook. Na drie kwartier rondvaren tussen de boten, stopten we samen met twee andere toeristengroepen bij een noedelfabriek. Nadat we de souvenirkraampjes gepasseerd waren, legde de gids uit hoe de rijstnoedels gemaakt worden. Ondanks de drukte was het wel interessant om het te zien.

DSCN8390DSCN8421DSCN8434DSCN8454DSCN8469

Om half 12 kwamen we aan bij een restaurant waar we fietsen konden huren om nog drie kilometer mee te fietsen. Het eindpunt was een oude boom, waar nu altaren in gebouwd zijn. Vooral het stukje fietsen vond ik erg leuk. Poolse meisjes die iedere drie meter stopten om een foto van elkaar te maken, Oostenrijkers die de brug niet op kwamen en Filipino’s die de remmen niet snapten iets minder. Na de fietstocht vaarden we terug naar Can Tho voor de lunch. Hierna begon de logistieke operatie. De bus reed terug naar het hotel waar onze bagage nog stond. We werden nu ook vergezeld door een andere driedaagse tour groep die met de tweedaagse tour groep mee terug naar Ho Chi Minh-stad zou rijden. Onze driedaagse groep moest overstappen op een ander busje om nog 3,5 uur naar de grensstad Chao Doc te rijden. Ondertussen was ik wel even klaar met bussen, maar een tussenstop met verse koffie en praten over Sinterklaas en drop met twee andere Nederlanders hielpen me er doorheen. De 3,5 uur lang zagen we eigenlijk alleen maar hetzelfde: winkels, eetkraampje, huis, palmboom, winkel, eetkraampje, huis, palmboom, winkel, eetkraampje, etc. Uiteindelijk kwamen we aan bij Tra Su, een eco-toeristen vogelreservaat op 7 kilometer afstand van de Cambodiaanse grens. We maakten, in mijn ogen een niet zó eco-proof ritje met een motorboot die alle vogels die er waren wegjaagde. Gelukkig konden we nog vijftien minuten met een roeiboot de zonsondergang in het reservaat zien en zagen we waterhoentjes, aalscholvers en witte reigers. Hierna moesten we opnieuw een uur in de bus terug naar de stad rijden en checkten we in bij het hotel. Avondeten deed ik dit keer samen met het Mexicaanse moeder-dochter stel wat erg gezellig was. Daarna liepen we nog een stukje door de stad en belandden we bij een concert waar ook verschillende legerofficieren aanwezig waren. Na een snelle douche en tas-uit-en-inpak sessie kon ik nog zo’n zes uur slapen tot de wekker weer ging.

DSCN8672DSCN8671

Donderdag 15 november

De wekker ging opnieuw vroeg en om 6.05 at ik, jawel, een broodje met ei. Om 6.30 liepen we via de markt naar twee kleine boten, waarmee we naar een visboerderij gingen. De gids legde uit dat de mensen onder hun huis een grote vissenkooi hebben, waarin ze de vissen kweken. Iets soortgelijks hadden we ook in Cat Ba al gezien. Hierna liepen we nog een kwartiertje rond in een dorp van de Cham-gemeenschap, inwoners die honderden jaren geleden uit Indonesië naar Vietnam gevaren zijn en in midden-Vietnam (en delen van Cambodia, Thailand en Laos) een grote gemeenschap hebben gebouwd. Om 7.45 moesten de zeven mensen van de driedaagse tour met eindpunt Phnom Penh, inclusief ikzelf, overstappen op een grotere boot die ons in vijf uur naar de hoofdstad van Cambodia zou brengen. De half uur wachttijd bij de Vietnamese en vervolgens een uur wachttijd bij de Cambodiaanse grenspost, maakte het wel een lange rit. Het was leuk om met twee Nederlandse stellen te kletsen, die ieder zo’n vier weken onderweg zijn. De boot was verder gevuld met een grote groep Spanjaarden en vooral veel Duitsers en ik trok de gemiddelde leeftijd aardig omlaag. Het eerste deel van deze blogpost schreef ik in de boot, terwijl ik al drie uur hetzelfde uitzicht had. Een brede rivier, met aan beide oevers groene (palm)bomen en wat verdwaalde huisjes. Op dat moment zag ik weinig verschil met Vietnam, maar de eerste Cambodiaanse vlaggen en tekens gaven aan dat ik toch écht in een ander land ben.

Na de eerste middag in Phnom Penh kan ik vol overtuiging zeggen: het is echt een ander land. Ten eerste, er zijn tuktuks en riksja’s! Ten tweede, tijdens mijn wandeling zag ik bij het koninklijke paleis en verschillende tempels meer goud, versieringen en bijzondere daken dan in Vietnam. Ook kon ik goed verschil zien tussen de mensen zelf, wat ik niet had verwacht. De meeste Cambodianen hebben een veel donkerdere huidskleur en ronder gezicht. En er zijn heel veel monniken! Misschien wel het meest opvallende verschil is dat ik de letters niet kan lezen! Sommige restaurants hebben de Engelse vertaling erbij gezet, maar kleinere eetkraampjes werken alleen met de Khmer tekens. Helaas viel me ook direct meer armoede op. Regelmatig zag ik zwervers of moeders met kleine kinderen in kapotte kleren op straat, iets dat ik in Vietnam nauwelijks heb gezien. Ondanks de grootte van de stad kwam ik ook het Nederlandse stel weer tegen! Na een bijzondere middag nam ik een warme douche in het meest mooie hostel tot nu toe en viel ik moe maar voldaan in slaap.

DSCN8791DSCN8863DSCN8869DSCN8906

Vrijdag 16 november

In een poging de blog iets korter te maken en nieuwe informatie voor een Phnom Penh blog over te houden, geef ik de korte samenvatting van de dag.

  • 9.00|Ontbijt met het mooiste uitzicht over de stad.
  • 9.30|Ik negeerde alle tuktuk chauffeurs die naar me riepen en sprak zelf een wachtende chauffeur aan. Met behulp van Google Maps reed hij me zo’n 3 kilometer naar het Tuol Sleng museum.
  • 10.00 – 12.00|In het museum luisterde ik naar een audiotour waarin uitleg gegeven werd over de voormalige Rode Khmer gevangenis. De verhalen over martelingen, de 20.000 slachtoffers en de slechts veertien overlevenden waren heftig en indrukwekkend. Het museum is tegelijkertijd een gedenkmonument voor de miljoenen mensen die tijdens het bewind van de Rode Khmer tussen 1975 en 1979 zijn gedood.
  • 12.00 – 14.00|Met een riksja reed ik naar de centrale markt. Ik lunchte bij een Libanees restaurant met FALAFEL en dat was na twee maanden echt heel erg lekker.
  • 14.00 – 16.00|Ik bezocht twee tempels, de Wat Phnom en Wat Ounalom.
  • 16.00 – 18.00|Ik kocht een nieuwe SIM kaart, haalde mijn was op, boekte een bus voor morgen en ruste even uit.
  • 18.00 – 23.00|Ik dronk een biertje, at amok (een speciale Cambodiaanse curry, erg lekker!), sorteerde alle foto’s en probeerde de blog op tijd af te krijgen.

En dat is gelukt! Met deze kleine selectie foto’s van vandaag sluit ik de allerlaatste Vietnam Vrijdag af. Volgende week werk ik op het eiland Koh Rong bij een eco-resort, waar geen WiFi is… De nieuwe SIMkaart geeft me hopelijk genoeg internet om af en toe een Whatsapp berichtje te sturen, maar ik durf niet te zeggen of de blog online komt. Ach, drie weken zonder jaloersmakende foto’s is vast niet heel erg 😉

DSCN8922 (2)DSCN8933DSCN8952DSCN8979DSCN9015DSCN9049DSCN8962

Tot de volgende blog!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s