Sawadee ka! Ook wel hallo in het Thais, maar alleen door vrouwen uitgesproken. De mannen zeggen sawadee krab. ‘Ka’ is het woord waarmee Thaise vrouwen hun zin afsluiten, terwijl mannen overal ‘krab’ achteraan zeggen. De komende weken zal ik onze tips en ervaringen delen voor een mooie reis door Thailand. En om de woorden van onze serveerster te herhalen, iedereen nog een “merry christmas ka”!
Het begint in Bangkok
De Thaise hoofdstad Bangkok is met ruim 8 miljoen inwoners de grootste stad van het land. Zeker wanneer je voor het eerst in Azië bent, kan deze stad nogal overweldigend zijn. Wij besloten de eerste volle dag dan ook rustig aan te doen. We aten bij een Pad Thai restaurant om de hoek van ons hotel en maakten kennis met de heerlijke Thaise keuken. Ondertussen heb ik meer foto’s van eten dan van andere dingen, dus daar moet ik nog maar een aparte blog voor maken. We reden vervolgens in 10 minuten met een taxi richting het koninklijk paleis, omdat dit mooi scheen te zijn. We hadden ons alleen niet goed ingelezen en het paleis bleek al snel dicht te gaan. Een vriendelijke meneer sprak ons direct aan en liet ons op onze eigen kaart van Bangkok verschillende andere plekken zien die we konden bezoeken. Na drie keer “Don’t worry, I don’t want money and I don’t go with you” hield hij een tuktuk aan die ons voor 60 baht (= 1.60 euro) naar al die plekken zou rijden. We vonden het een prima deal en stapten in. Zonder enig idee naar welke plekken hij ons zou rijden, kwamen we langs een tempel waar een crematiedienst bezig was en een pakkenwinkel waar Vladimir met al zijn wilskracht een Armani pak moest afwijzen (“You only live once sir, buy the suit… Lady, buy your man a suit!”). Ook reden we langs een tempel, de Wat Intharawihan, waar een 32 meter hoog, gouden boeddha beeld op ons neerkeek. Vervolgens wilden we zelf naar een oud fort aan de rivier, de Chao Praya, en wezen we op de kaart aan waar dat was. De tuktuk chauffeur sprak geen Engels en leek het niet helemaal te begrijpen. Vervolgens zette hij ons vlakbij de rivier af, maar moesten we nog vijf minuten lopen. Toen we na een half uur terug kwamen, bleek onze chauffeur verdwenen. We hebben nog drie rondjes gelopen, maar hij was nergens te bekennen. Die 60 baht hebben we ’s avonds uitgegeven op de Khao San straat, een bekende straat in een leuk uitgaansgebied. De gegrilde krokodil bij het straatkraampje ‘Bangcroc‘ sloegen we wel over…
De tweede dag verkenden we de stad niet per tuktuk, maar per fiets! Op aanraden van veel mensen deden we een ‘Co van Kessel fietstour‘. In drie uur reden we met tien andere mensen, waarvan zes Nederlanders, en twee Thaise gidsen door de stad. Ook deze keer bezochten we een tempel, of beter gezegd een ‘chedi‘. Een chedi is een tempel in de vorm van een soort driehoek, waar overblijfselen van buddha of overleden mensen in liggen. In andere Aziatische landen wordt dit ook wel een ‘stupa‘ genoemd. We aten bananenchips en pomelo op een markt, reden langs de skyline van Bangkok en door Chinatown. Op de markt zag ik helaas iets minder leuks. De groene weegschalen zijn niet allemaal groen meer! Er zijn ook gele, blauwe en roestige bruine varianten te vinden. Toch het teken dat ik weer in een ander land ben… Ondertussen ben ik aardig gewend aan het Aziatische leven en was ik iets minder enthousiast dan na mijn eerste fietstocht in Hanoi, maar het was zeker een leuke manier om de stad te verkennen! Na de fietstour wilden we een taxi naar de Mahanakhon toren nemen, het hoogste gebouw in Bangkok. Het was avondspits, inclusief overal files, en een taxi- én tuktukchauffeur wilden niet met ons over de prijs onderhandelen en reden zelfs weg. Kort daarna vonden we een taxichauffeur die ons wel voor 100 baht erheen wilde rijden, maar ons al waarschuwde voor de file. Toen we vijf minuten muurvast stonden en konden kiezen tussen een half uur in de auto zitten of twintig minuten lopen, kozen we de laatste optie. Met de lift stonden we binnen een minuut op de 78e (!) verdieping en hadden we een fantastisch uitzicht over de stad. De laatste rode gloed veranderde langzaam in donkerblauw en uiteindelijk zwart. Bovenop het dak is ook een glazen ‘skywalk‘, een glazen plaat waar je overheen kunt lopen. Je ziet dan de straat onder je voeten. We hebben het allebei geprobeerd, maar merkten ook dat ons lichaam dit geen heel goed idee vond! Een beetje duizelig stapten we toch weer het ‘vaste’ dak op.
Bangkok is een indrukwekkende stad, waar veel mooie dingen te vinden zijn. Je kunt er kennis maken met het heerlijke eten en de boeddhistische cultuur. Het is echter wel een drukke stad, met veel verkeer en daardoor ook smog. Wij besloten met de bus verder te reizen naar een kleinere en schonere plaats: Sukhothai.
Tempels bezoeken in Sukhothai
Met een taxi reden we in 20 minuten naar het grote busstation Mo Chit. Om half 7 ’s ochtends hadden we de hulp van drie verschillende baliemedewerkers nodig, voordat we bij de juiste ticketcounter kwamen. De meeste mensen spreken helaas weinig Engels, maar we zijn eruit gekomen. De busrit verliep soepel en we kregen zelfs ontbijt. Na zo’n 8 uur in de bus, bleek helaas in Sukhothai zelf dat het slechte Engels soms een uitdaging is. Een dame in de bus die alles regelde, vroeg ons waar we er in Sukhothai uit moesten. Wij begrepen hieruit dat ze ons bij het hostel af kon zetten, dit was zo’n vijf minuten rijden van het busstation vandaan. Halverwege de rit kwam ze de naam van het hotel en adres vragen. Bij het busstation vroegen we nog een keer of we er wel of niet uit moesten, aangezien de hele bus op één persoon na leeg was. Een glimlach later reed de bus al verder en hadden we geen andere keus dan blijven zitten. Op Google Maps zagen we de bus helaas compleet de verkeerde kant op rijden. Veel wijzen, ‘stop‘, ‘hotel‘ en ‘that way‘ later leek de dame het te begrijpen. In het Thais riep ze iets naar de chauffeur die daarna weer omkeerde. De bus reed alsnog naar het busstation, maar deze keer konden we nog harder ‘stop!’ roepen en werden we vlakbij het hotel afgezet. Dus een tip: stap gewoon bij de bushalte uit. ’s Avonds aten we een heerlijke pad thai en waren we alles alweer vergeten!

De volgende dag werden we om 8.15 bij ons hotel opgehaald en reden we naar het oude centrum van Sukhothai. We kwamen aan bij het huis van Miaow, onze gids voor vandaag. Via Sukhothai Bicycle Tour hadden we een dagtour geboekt en we hadden het geluk de enige gasten te zijn. Van half 9 ’s ochtends tot half 5 ’s avonds hebben we door de omgeving en het historische tempelpark van Sukhothai gefietst. Het was er gelukkig erg rustig, waardoor we sommige tempels voor onszelf alleen hadden. Deze tour is 100% een aanrader! Miaow wist niet alleen veel te vertellen over de geschiedenis van de tempels en Thailand, maar ook over het huidige leven van de inwoners. Zo legde ze het verschil tussen de verschillende tempels uit, hoe de mensen aan schoon drinkwater komen, hoe ze werken en wat lokale gerechten zijn. Ook fietsten we langs de groenste rijstvelden die ik tot nu toe heb gezien. Aan het einde van de dag ruilden we onze kruidnootjes (heb ik ze toch nog gegeten dit jaar!) voor paprika-bananenchips. De tempels van Angkor Wat waren mooi en waarschijnlijk bekender, maar deze tempels doen daar niet voor onder…
In slechts 4,5e dag kun je zo al een hoop dingen zien en doen. Vladimir heeft deze week zijn eerste Azië ervaringen gemaakt en ik zie weer nieuwe verschillen tussen Thailand, Cambodia en Vietnam. De volgende blog schrijf ik meer over het nog noordelijker gelegen Chiang Mai en Pai. Voor nu, kap kun ka (= dankjewel) voor het lezen!
Pingback: Thailand Tips #2: Chiang Mai